-
1 execution
n. (het) uitvoeren; tot uitvoering brengen; executeren, een persoon doden volgend op en in overeenkomst met een juridisch proces; proces waarbij een computer de instructies van een computerprogramma uitvoert (Computers); proces van verwerking van een computerprogramma[ eksikjoe:sjn]3 spel ⇒ (muzikale) voordracht, vertolking♦voorbeelden:2 carry/put into execution • ten uitvoer brengen, volbrengen -
2 sauce
n. saus; specerij; brutaliteit (spreektaal); puree; toevoegsel van groente bij vlees--------v. sauzen; brutaal zijn (slang); verzachten (van vonnis)sauce1♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what's sauce for the goose is sauce for the gander • gelijke monniken, gelijke kappen————————sauce2 -
3 decretal
adj. van order, van vonnis--------n. pauselijke beslissing m.b.t. kerkelijke wetgeving -
4 review
n. overzicht; tentamen--------v. overzien; nagaan; rapport uitbrengen; herzienreview1[ rivjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 terugblik ⇒ overzicht, bezinning4 recensie ⇒ (boek)bespreking, kritiek5 tijdschrift ⇒ review, periodiek♦voorbeelden:come under review • opnieuw bekeken gaan worden————————review2〈 werkwoord〉5 recenseren ⇒ bespreken, recensies schrijven -
5 delay of sentence
uitstel van vonnis -
6 delivery of judgement
uitspreken van vonnis -
7 execution of judgement
uitvoeren van vonnis -
8 court judgement
vonnis,besluit van het gerecht -
9 judgment
n. oordeel; vonnis, godsgericht; mening; (gezond) verstandjudgment, judgement[ dzjudzjmənt]1 oordeel ⇒ uitspraak, vonnis, schatting2 boete♦voorbeelden:1 pass judgment on someone/something • een oordeel vellen over iemand/ietspronounce (a) judgment • een uitspraak doenreverse a judgment • een vonnis (in hoger beroep) vernietigensit in judgment on • rechter spelen overin my judgment • naar mijn meningagainst one's better judgment • tegen beter weten ina person of (good/weak) judgment • een persoon met (veel/weinig) doorzicht→ last last/ -
10 decide
v. besluiten, beslissen[ dissajd]1 beslissen ⇒ een beslissing nemen, een keuze maken♦voorbeelden:she decided on the red boots • ze besloot de rode laarsjes te nemendecide against • in het ongelijk stellendecide for/in favour of • vonnis wijzen ten gunste vanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 your integrity has decided me to support you • vanwege je integriteit heb ik besloten je te steunenthat decides me/it/the matter • dat geeft de doorslag -
11 consent judgement
algemeen gestemd vonnis (een beslissing van het gerecht met toestemming van de aangeklaagden,een officieel toegestemd vonnis tussen beide kanten) -
12 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
13 reverse
adj. tegenslag, nederlaag; keerzijde, achterkant--------n. omslag; slag; val--------v. omkeren, omslaan; achteruit rijden; veranderen (van richting)reverse1[ rivvə:s]♦voorbeelden:III 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; vaak the〉1 tegendeel ⇒ omgekeerde, tegengestelde♦voorbeelden:¶ in reverse • omgekeerd, in omgekeerde volgorde/richting————————reverse21 tegen(over)gesteld ⇒ omgekeerd, achteraan♦voorbeelden:in reverse order • in omgekeerde volgorde————————reverse3II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 reverse oneself (about/over) • van mening veranderen (over/wat betreft) -
14 laws of the Torah
de wetten van de Thora, wetspraak van de Thora, wetten van de Bijbel (wetsmateriaal, vonnis zonder rekening te houden met omstandigheden, rechtspraak in gerechtshof van rabbijnen) -
15 default
n. zich aan verplichingen onttrekken; afwezigheid; absentie; de standaard keuze--------v. verzuim, niet verschijnen; in gebrek blijvendefault1[ diffo:lt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:win by default • winnen wegens het niet-opkomen/niet-verschijnen van de tegenpartij————————default2〈 werkwoord〉 -
16 arrest
n. aanhouding, arrestatie; in gevangenhouding--------v. arresteren; vertragen; gevangen nemenarrest1[ ərest] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 arrestatie ⇒ aanhouding, (voorlopige) hechtenis♦voorbeelden:under arrest • in arrest→ close close/————————arrest2〈 werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ bedwingen, stuiten3 boeien ⇒ frapperen, fascineren♦voorbeelden: -
17 give
n. buigzaamheid--------v. geven; aangeven; toegeven; geven (feestje geven)give1[ giv] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het meegeven ⇒ elasticiteit, buigzaamheid♦voorbeelden:————————give22 meegeven ⇒ in(een)zakken, bezwijken, (door)buigen, verslappen, toegeven♦voorbeelden:¶ give on(to) • uitzien op, uitkomen op, toegang geven tot〈 informeel〉 what gives? • wat is er gaande?→ give away give away/, give in give in/, give out give out/, give over give over/, give up give up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ schenken, overhandigen2 geven ⇒ verlenen, verschaffen, gunnen3 geven ⇒ opofferen, wijden5 geven ⇒ aanbieden, ten beste geven6 (op)geven ⇒ meedelen, verstrekken7 geven ⇒ produceren, voortbrengen♦voorbeelden:give someone medicine • iemand geneesmiddelen toedienengive him my best wishes • doe hem de groeten van mijgive a daughter in marriage • een dochter ten huwelijk schenkengive someone into custody • iemand aan de politie overleverengive me the good old days • geef mij maar de goeie ouwe tijdgive one's heart to someone • een warm hart voor iemand hebben, verliefd worden op iemandit's given me much pain • het heeft me veel pijn gedaangive pleasure • erg aangenaam zijngive a prize • een prijs toekennengive him some rest • gun hem wat rustwe were given three hours' rest • we kregen drie uur rustgive someone a room • iemand een kamer toewijzengive someone a title • iemand een titel toekennengive trouble • last bezorgenhe's been given two years • hij heeft twee jaar (gevangenisstraf) gekregengive someone to understand/know • iemand te verstaan/kennen gevenI'll give you that • dat geef ik toegive a cry • een kreet slakengive someone a sly look • iemand een sluwe blik toewerpengive proof of one's courage • zijn moed tonengive a ring • opbellengive sentence • een vonnis vellengive a shrug of the shoulders • zijn schouders ophalen6 the teacher gave us three exercises (to do) • de onderwijzer heeft ons drie oefeningen opgegeven (als huiswerk)give the facts • de feiten tonengive information • informatie verstrekkengive off • (af)geven, verspreiden, makengive as good as one gets • met gelijke munt betalengive it someone hot (and strong), give it someone straight • iemand er f van langs gevendon't give me that • (hou op met die) onzinthat'll give her something to cry for • nu heeft ze tenminste iets om over te huilen -
18 seal
n. zeehond; zegel; stempel; stop, dop, afsluiting; afsluizen; teken; waarborg; wettelijk verklaren--------v. waterdicht maken; afsluiten; afdichten; verzegeld; gestempeld; wettelijk verklaren; beëindigenseal1[ sie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zegel ⇒ stempel 〈 ook figuurlijk〉; lakzegel; (plak)zegel; 〈 figuurlijk〉 kenmerk; 〈 figuurlijk〉 bezegeling2 dichting ⇒ dichtingsmateriaal; (lucht/waterdichte) (af)sluiting; stankafsluiting♦voorbeelden:seal of love • bezegeling van de liefdeunder seal of confession • onder biechtgeheimunder seal of secrecy • onder het zegel van geheimhouding→ privy privy/————————seal21 op robben/zeehondenvangst gaan/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:seal the flavour in • het aroma vasthoudenseal off an area • een gebied afgrendelen -
19 suspension
n. (het) hangen; oponthoud; uitstel[ səspensjn] -
20 deferring judgement
uitgesteld oordeel (uitstelling van de uitspraak van het vonnis)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Urtheil — 1. Alle die falsch Urtheil finden, soll der Teufel ewig binden. – Graf, 409, 61. »Und die falsche orteil vinden sol dir tewfil ewig binden.« (Gaupp, Landrecht, 57.) Die alten Rechtsbücher sprachen sehr scharf gegen ungerechte Richter, seien sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Belgian literature — Introduction the body of written works produced by Belgians and written in Flemish, which is equivalent to the Standard Dutch (Dutch language) (Netherlandic) language of The Netherlands, and in Standard French (French language), which are the… … Universalium
Flemish literature — Introduction the body of written works in the Flemish (Dutch ) language produced by Belgians. The other literatures of Belgium are discussed in Belgian literature. Early literature Relationship with Dutch literature Any consideration… … Universalium
Wissen — 1. A Niada woas, wou n da Schuig druckt. (Steiermark.) – Firmenich, II, 765, 21. Ein jeder weiss, wo ihn der Schuh drückt. 2. Ach gott, wie gerne ich wissen wolt, wem ich auf erden vertrawen solt. Wenn einer zu mir spricht: Gott grüsse dich! so… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Maurits Dekker — Maurits Dekker, vollständig Maurits Rudolph Joël Dekker (* 16. Juli 1896 in Amsterdam; † 7. Oktober 1962 ebenda), war ein niederländischer Schriftsteller jüdischer Herkunft, der vor allem sozialkritische Romane und Dramen schrieb. Auch im Ausland … Deutsch Wikipedia
Ivo Michiels — Henri Ceuppens (b. Mortsel, 8 January 1923), pseudonym Ivo Michiels is a Belgian writer. In 1965, he married Christiane Faes. In 1979, he established himself he as full time writer in the Vaucluse (France).During World War II he was employed as a … Wikipedia
Ivo Michiels — est un écrivain et critique de cinéma, réalisateur et scénariste de cinéma belge né le 8 janvier 1923 à Mortsel dans la province d Anvers. Journaliste de profession, il collabore à Golfslag (1946 50), De Tafelronde (1953), et dirige (1979) le… … Wikipédia en Français
Фельдмейер, Хенк — Хенк Фельдмейер нидерл. Johannes Hendrik Feldmeijer … Википедия
Иво Михельс — нидерл. Ivo Michiels … Википедия